Geologische berging is een bergingsmethode waarbij we het radioactief afval ondergronds gaan bergen in een diepliggende aardlaag waarvan we weten dat deze al voor een heel lange tijd stabiel en niet verstoord is. Hierdoor weten we dat deze aardlaag ook stabiel gaat blijven als het afval erin geborgen is.
Onderzoek heeft aangetoond dat er drie soorten aardlagen voorkomen die hier geschikt voor zijn, namelijk: Graniet-, zout- en kleilagen. Elk van deze lagen heeft wel zijn eigen specifieke risico factoren, bv. wanneer zout beïnvloed wordt door radioactiviteit wordt het een gevaarlijke explosieve stof. In België kiest men klei voor de berging van het radioactief afval.Maar waarom klei.
Klei is een geschikte stof om radioactief afval in op te bergen aangezien klei een slechte warmtegeleider is. Dit betekent dat de klei de warmte die het radioactief afval uitstraalt wel zeer efficiënt kan opnemen maar deze traag doorgeeft. Hierdoor kan voorkomen worden dat in de opslagruimte té hoge temperaturen ontstaan, en kan men gelijktijdig voorkomen dat de opwarming de stabiliteit van de kleilaag in gevaar brengt. Klei is ook instaat om door zijn plastische eigenschappen scheuren of barsten die in de klei zouden ontstaan zelf weer te sluiten. De klei heeft ook de eigenschap dat het radioactieve straling en deeltjes zeer slecht doorlaat waardoor als er toch een lek zou zijn, de radioactieve straling en stoffen vastgehouden worden binnen de klei.